Talen stonden sowieso op de eerste plaats toen ik een studie moest kiezen in het zesde middelbaar. Zowel Romaanse als Oost-Europese Talen behoorden tot de mogelijkheden. Mijn twijfel werd toevallig opgelost tijdens een opvoering van de Vijfde Symfonie van Sjostakovitsj. Het concert werd ingeleid met het verhaal dat Sjostakovitsj in ongenade was gevallen bij het regime, maar de kans kreeg om zich te rehabiliteren door zijn muziek. De Sovjetleiders werden inderdaad overtuigd dat dit stuk binnen de partijpolitiek paste. Het intrigeerde me echter vooral dat het volk een andere interpretatie aan het stuk gaf. Velen vonden namelijk dat het stuk het leven en lijden onder het regime goed uitdrukte. Het verhaal en de muziek hebben een grote indruk op mij gemaakt en hebben mijn keuze zeker beïnvloed. Daarnaast zal mijn voorliefde voor Dostoevskij er ook wel iets mee te maken hebben.
Als achttienjarige droomde ik ervan om mijn opleiding te gebruiken om ontwikkelingssamenwerking te doen in Rusland of de Balkan. Daarom koos ik naast Russisch voor Bosnisch/Servisch/Kroatisch als tweede taal. Na verloop van tijd werd ik wat realistischer en stond ik ook meer open voor andere toekomstmogelijkheden.
Van de opleiding Oost-Europese Talen en Culturen is me vooral bijgebleven dat ik in een groep met gelijkgestemde zielen terechtkwam. Toen ik onlangs naar een reünie van de opleiding ging, voelde het daarom ook aan als thuiskomen. Daarnaast vond ik het fantastisch om me eindelijk te kunnen focussen op dingen die me interesseerden en de rest even aan de kant te schuiven. En, trouwens, boeken lezen en daar punten voor krijgen, hoe geweldig is dat niet?
Tijdens mijn studies (2002-2006) ben ik meerdere keren naar het buitenland getrokken: op zomercursus en op Erasmus. Ik vond het erg motiverend om in het buitenland eindelijk alles wat ik leerde in de praktijk om te zetten. Mijn uitwisselingssemester in Tallinn heeft me ook mijn eerste baan opgeleverd. Ik raakte er toevallig aan de praat met de consulair assistent van de Belgische Ambassade. Toen ze een vervanger voor haar zochten zijn ze bij mij beland. Sindsdien heb ik een gevarieerd parcours afgelegd.
Na twee jaar keerde ik terug naar België, waar ik korte tijd heb lesgegeven aan de Nederlandse academie in Brussel. Daarna verhuisde ik weer en werkte enkele jaren voor HP in Ierland. Mijn carrière nam echter een wending toen ik besliste om opnieuw te gaan studeren. Ik heb altijd al interesse gehad in architectuur en gebouwen, maar een studie Architectuur leek me te hoog gegrepen. Toen ik hoorde dat in Brussel aan de Erasmushogeschool (nu VUB) een Masteropleiding Stedenbouw zou georganiseerd worden, was ik onmiddellijk geïnteresseerd. Gedurende een paar zware jaren combineerde ik mijn studies met een stedenbouwkundige job bij de Vlaamse overheid. Na mijn studies ben ik dan doorgegroeid en ben ik uiteindelijk in mijn huidige team Onderzoek en Monitoring terecht gekomen. Daar onderzoek ik hoe we op een efficiënte en doordachte manier ruimte kunnen geven aan bedrijven.
Mijn huidige job lijkt ver te liggen van de opleiding Oost-Europese Talen en Culturen. De specifieke kennis van de opleiding gebruik ik ook niet meer. Toch zijn enkele vaardigheden die ik er heb geleerd nog steeds belangrijk in mijn leven en werk. Ten eerste heb ik oog gekregen voor dialoog en interpersoonlijk contact. Ik leerde dat er altijd een manier is om te communiceren, ook al ken je (in het begin) maar weinig van de andere taal. Daarnaast is ook schriftelijke taalvaardigheid niet te onderschatten. Een paar vuistregels die we leerden om ideeën helder te formuleren, komen nu nog steeds van pas in een wereld waar vooral architectenjargon wordt gebruikt. Ten derde zou ik doorzettingsvermogen willen noemen. Als je een halfuur lang kunt zwoegen om een moeilijke pagina te doorploegen, dan kun je later ook andere moeilijke taken aan. Last but not least denk ik aan kritisch denken over ideeën, zowel die van jezelf als die van anderen. Een belangrijk onderdeel daarvan is durven je ideeën aan te passen op basis van nieuw bewijs.
Als afsluiter heb ik nog een belangrijke tip voor (toekomstige) studenten: praat! Het menselijke aspect van de taal is zo belangrijk, durf te praten. Je kunt communiceren met anderen ook al “staat er haar op je taal”, ook al verloopt een stuk van het gesprek met gebaren of moet je andere hulpmiddelen inschakelen. Perfectie bestaat niet in menselijk contact. Ik vind wel dat je moet streven naar een zo goed mogelijke beheersing van de taal, maar als je bang bent om te spreken, dan raak je daar niet.