In ons gezin werd de liefde voor talen er met de paplepel ingegoten. Mijn ouders spraken Engels tot mijn moeder naar Nederlands overschakelde. Naast Nederlands leerde mijn moeder ook nog Frans en Spaans. Daarom wou ik ook erg graag zelf met talen aan de slag. Bij het maken van mijn studiekeuze vond ik het belangrijk om in een kleine groep terecht te komen. Dit zorgt immers voor een beter contact met de professoren en meer persoonlijke aandacht waardoor je de taal sneller leert beheersen. Populaire talen zoals Engels, Frans of Duits schrapte ik daarom snel van mijn lijstje. Aangezien ik wel in Europa wilde blijven wonen, heb ik voor de opleiding Oost-Europese Talen en Culturen gekozen. Tijdens mijn opleiding combineerde ik Russisch met Pools en Bulgaars.
Ik vond het jammer dat na drie jaar mijn Pools nog niet vloeiend was, zeker in vergelijking met het niveau van studenten Neerlandistiek in Polen, die wel vloeiend Nederlands konden spreken. Daarom volgde ik na mijn studies een zomercursus in Warschau, gevolgd door een (onbetaalde) stage van drie maanden met AIESEC (nvdr.: meer info op www.aiesec.be). Daarna heb ik een jaar in Polen gewerkt, maar het was moeilijk een leuke job te vinden. Ik kon wel erg gemakkelijk aan de slag met mijn Nederlands, vaak voor functies op een financiële dienst (zoals accounting of cash collection) maar daar had ik mijn vreemde talenkennis helemaal niet nodig. Om betere carrièremogelijkheden te krijgen, ben ik in Warschau gestart met een extra masteropleiding Internationale Betrekkingen (specialisatie Interculturele Communicatie en Media). Deze studies heb ik gecombineerd met stages bij de Belgische Ambassade in Warschau en bij het Europees agentschap Frontex.
Nadat ik mijn opleiding en stages afgewerkt had, ben ik nog even naar Wroclaw verhuisd, maar daar kreeg ik opnieuw moeilijk een interessante baan te pakken. Uiteindelijk kwam ik terecht in Amsterdam bij een internationale ngo waar ik dagelijks mijn talenkennis kon gebruiken. Na deze (jammer genoeg) tijdelijke job kwam ik in Eindhoven bij een privébedrijf terecht. Ik miste er echter de buzz die ik had gevoeld bij de Belgische ambassade en Frontex en stopte er na een jaar. Mijn volgende baan vond ik bij de internationale non-profit Responsible Mining Index (een kleine start-up in Amsterdam). Hier was mijn talenkennis opnieuw minder belangrijk, maar ik leerde er wel heel wat bij op vlak van organisatie. Uiteindelijk ben ik in november 2016 bij mijn huidige werkgever terechtgekomen: de European Space Agency (ESA).
Ik werk voor het communicatieteam in Nederland, waar ik initieel een eerder ondersteunende functie had. Na een maand kreeg ik al een eerste grotere opdracht, nl. een samenwerking met het Centrum Kopernik in Warschau voor hun jaarlijkse wetenschapsfestival. Momenteel werk ik als media officer. Ik word dagelijks gecontacteerd door media uit de hele wereld die graag de medewerking van ESA willen in hun programma’s (radio en tv) en artikels. Ik ga dan op zoek naar de juiste experts binnen ESA. Ik neem de media requests voor Polen, België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk voor mijn rekening. Samen met het media relations team organiseren wij ook persconferenties: onder andere bij de lancering van astronauten naar het ISS, de lancering van nieuwe satellieten of het deep space ruimtetuig. Het is een enorm gevarieerde baan waarbij ik dagelijks samenwerk met gepassioneerde mensen uit verschillende landen.
In mijn job gebruik ik dagelijks mijn talenkennis, maar ook de vaardigheid om grote stukken informatie te verwerken en te begrijpen komt vaak van pas. Wat mij daarnaast het meest is bijgebleven van de opleiding is de vriendschap tussen de studenten. Ook de inzet van onze lector Pools, Anna Gregorowicz, blijft me bij: de liefde die ze in haar vak legde, was enorm. Ze wou ons via het Pools echt haar land leren kennen. In de toekomst zou ik weer voor de opleiding OETC kiezen, maar dan wel in combinatie met een meer praktische richting.
Aan (toekomstige) studenten OETC zou ik nog de volgende tip willen meegeven: probeer je studies te combineren met een stage of met een (studenten)job in de sector waar je later graag aan de slag zou willen gaan, en, belangrijk, ga op zomercursus in het buitenland!