Nederland, Rusland 2021 – Aliona van der Horst
Deze documentaire vertelt het ongelooflijke verhaal van een Sovjetsoldaat van Tataarse afkomst die in de Tweede Wereldoorlog gevangen werd genomen door de Nazi’s. Zijn dochter Sana probeert, via zijn dagboeken en verschillende persoonlijke en openbare archieven en registers, het spoor van haar zwijgende vader terug te volgen, om te begrijpen wat hem maakte tot de man die zij als kind kende.
Terwijl ze Sana op haar zoektocht vergezelt, spit regisseur Aliona van der Horst ook filmarchieven uit om sporen te vinden van de miljoenen Sovjetsoldaten die in de vuurlinie lagen van oorlogvoerende dictators; zij die erbij waren maar voor het gemak uit het verhaal over de mondiale oorlog werden weggelaten.
Door met gemengde technieken als double-pass, inzoomen en inkleuren zich het archiefmateriaal opnieuw toe te eigenen, zoekt de filmmaker de ziel van het beeld – de kleine, subtiele overblijfselen van een omvangrijke, maar terloops uitgewiste menselijke tragedie. Voorzichtig maar vastberaden ontvouwt zich deze geschiedenis in een film die zestig jaar stilte doorbreekt.
Oekraïne, 2020 – Iryna Tsilyk
Alleenstaande moeder Anna en haar vier kinderen wonen na 2014 aan het oorlogsfront van Donbas in Oekraïne. Buiten heerst er chaos en regent het bommen, maar binnen maakt het gezin van hun huis een veilige haven vol leven en licht. De gezinsleden zijn alle vijf gepassioneerd door cinema, wat hen ertoe aanzet om een film te maken over hun leven tijdens de oorlog. Het creatieve proces roept de vraag op hoe groot de magische invloed van film kan zijn in tijden van rampspoed. En hoe zet je de gruwel van de oorlog om in een fictief verhaal?
Voor Anna en haar kinderen is het verwerken van hun trauma in een kunstwerk de ultieme manier om mens te blijven.
De documentaire viel meermaals in de prijzen, onder andere op Sundance Film Festival (VS), Millenium Docs Against Gravity Film Festival (Polen), International Human Rights Documentary Film Festival (Oekraïne) en Artdocfest (Letland).
België/Bulgarije, 2022 – Peter Triest
A Parked Life is het intiem portret van Petar Doychev, één van de honderdduizenden Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs die 48 weken per jaar het Europese vasteland doorkruisen. Terwijl Petar de monotone ritten, de vele uren wachten en de bijna constante onvriendelijke behandeling ondergaat, loopt thuis zijn relatie fout en blijft zijn kind een vreemde voor hem. Gaandeweg verandert de film van toon en stijl en wordt de kijker dieper ondergedompeld in de emotionele consequenties van dit leven voor de chauffeur. De vele kilometers die Petar aflegt worden een metafoor voor een innerlijke reis, een pelgrimstocht: Waarom doet hij dit? Hoe staat hij tegenover zijn levensdromen?
In 2016 won schrijver en regisseur Peter Triest de IDFA-Mediafondsprijs met een filmscript over de vele Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs op onze snelwegen. A Parked Life won bij de première FIPADOC 2022 de European Stories Award.
Gaëlle Le Pavic (United Nations University | Universiteit Gent)
Abstract
In 1993 Abkhazia parted from Georgia, only gaining very limited recognition from Russia together with Nicaragua, Venezuela and Nauru in 2008. Since then, the borderization of the Georgian – Abkhaz borderland spanning over the district of Gal(i) on the Abkhaz controlled-side and the district of Zugdidi on the Georgian controlled-side, has only increased. This process of borderization has a significant impact on the daily lives of people living in the borderland, in particular in their access to social services. Russia’s war in Ukraine is currently reactivating the Abkhaz – Georgian de facto border with important social consequences for people living on both sides, especially for those inhabiting the borderland. Based on a qualitative methodology encompassing (online) interviews, (visual) ethnography and observations in multiple sites along the de facto border, this presentation aims to analyse the social consequences of the de facto Abkhaz-Georgian border in the context of Russia’s war in Ukraine. The results show that the crossing of the de facto border is tightening, impacting in particular the inhabitants of the Gal(i) district, whose majority is Migrelian, an ethnic Georgian subgroup. While many Russians are arriving in Georgia, mainly to escape the (partial) mobilization, many Georgians are empathizing with Ukrainians, remembering the Russo-Georgian 2008 war and the Abkhazian-Georgian war of 1992-1993. Last but not least, the Abkhaz majority is not supporting Russia’s war in Ukraine and is trying to contain Russia’s clout in Abkhazia, while rejecting the Georgian rhetoric of Abkhazia being occupied by Russia.
Biografie
Gaëlle is a PhD student at the United Nations University (UNU-CRIS) and the University of Ghent in Belgium. Her research topic focuses on access to social services in situations of regional separatism. Her research studies the role of civil society organisations in facilitating this access within and across borders without (full) legal recognition, or de facto borders. The two cases she studies are Abkhazia and Transnistria, two de facto states that seceded respectively from Georgia and Moldova in the 1990s. Gaëlle is also an active member of the Centre for the Social Study of Migration and Refugees (CESSMIR).
Previously, Gaëlle worked as a researcher at the Department of Social Work and Social Pedagogy at Ghent University. She was involved in two Horizon 2020 research projects: RefugeeWellSchool, which aims to improve the well-being of refugees in schools, and InHere, which stands for inclusive holistic care for refugees and migrant victims of sexual violence in Belgium, Ireland and the UK. In recent years, Gaëlle was project manager at the Development Office of the College of Europe (Bruges) and, before that, at the French Embassy in Croatia.
Luc Breukelman (Universiteit Gent)
Abstract
Vladimir Nabokov maakte in de jaren ’30 nog deel uit van de Russische emigrantengemeenschap die na de Russische Revolutie en Russische Burgeroorlog was ontstaan. Deze gemeenschap hechtte een groot belang aan de continuïteit van Russische literatuur in ballingschap. Juist daardoor werd de toekomst van Russische literatuur actief ondervraagd in de literaire debatten van deze gemeenschap. Vladimir Nabokovs laatste Russische roman, De gave (1937-1938), kan gelezen worden als zijn antwoord op deze debatten, als een zoektocht naar een toekomst voor literatuur, zowel Nabokovs eigen literatuur als Russische literatuur in zijn algemeen. Dit antwoord komt in de vorm van een Künstlerroman, een roman over de artistieke groei van een nog jonge fictieve emigrantenschrijver, Fjodor Godoenov-Tsjerdyntsev, wiens werken onderdeel zijn van De gave. Twee van deze werken zijn biografieën: Fjodors onvoltooide biografie over zijn vader en zijn voltooide biografie over de negentiende-eeuwse radicale denker en schrijver Nikolai Tsjerynsjevski.
In deze lezing wil ik nader ingaan op de betekenis van de aanwezigheid van deze twee biografieën in Nabokovs roman. Ik zal hierbij stilstaan bij de vragen waarom Fjodor in staat is de ene biografie wel te voltooien en de andere niet en hoe deze tegenstelling gelezen kan worden als onderdeel van Nabokovs zoektocht naar een toekomst voor literatuur. Deze vragen zullen ingebed worden in een vergelijking met andere emigrantenromans die middels een versmelting van biografie en fictie op zoek waren naar een toekomst voor (Russische) literatuur en in een bespreking van de veranderende culturele tijdservaringen tijdens het interbellum die een invloed uitoefenen op de zoektocht naar de betekenis van literatuur.
Biografie
Luc Breukelman heeft in 2022 zijn doctoraat in de Oost-Europese talen en culturen aan de Universiteit Gent behaald. Zijn onderzoek betreft de historische roman van de Russische emigrantengemeenschap van het interbellum met een focus op de biografische roman en de relatie tussen (culturele) tijdservaringen en literatuur. Luc is op dit moment gastdocent aan de Universiteit Gent.
Dorine Schellens (Universiteit Leiden)
Abstract
This January, a picture of a red banner hanging between two trees was posted on the Instagram account 89gradusov with the (translated) text: “I howl in pain and I absolutely dislike it, although I lived and grew up here and thought I knew everything about these places.” Designed as an homage to the famous Collective Actions’ performance “Slogan-1977”, the banner situates itself in a longer history of ‘poetic actions’ in Russia while at the same time pointing to the increased difficulty of performing protest in the present. This paper will explore the relationship between poetry and activism in recent Russian literature. I will particularly focus on the poetic work, theoretical essays and performances of Pavel Arsen’ev, Roman Osminkin and Kirill Medvedev, and discuss how they relate to older traditions (such as Collective Actions and Moscow conceptualism) of combining poetry and activism.
Bio
Dorine Schellens studied Russian and German literature and culture in Leiden, Berlin and Freiburg. She obtained her PhD in Freiburg in 2020. Her research focuses on entanglements between contemporary Russian and German cultural history through the lens of literature and art. She is the author of Kanonbildung im transkulturellen Netzwerk (transcript, 2021), a history of the transnational reception and canonization of Moscow conceptualism. She has also published on contemporary Russian protest culture. Her current research focuses on literary imaginaries of the future in Eastern German and Russian literature and art after 1989.
Slovenië / Kroatië, 2016 – Žiga Virc
Deze docufictie, het debuut van regisseur Žiga Virc, onderzoekt de mythe van een geheime miljardendeal tussen de VS en Joegoslavië. De VS zouden in de vroege jaren 1960 het clandestiene ruimteprogramma van Tito overgekocht hebben. Virc maakt gebruik van archiefmateriaal om de kijker mee te nemen naar de tijd van de Koude Oorlog, de space race en de maanlanding. Hij verbindt feit en fictie op een intrigerende manier en brengt de kijker op het verkeerde been: is wat je ziet echt of niet?
Kroatië, 2018 – Nebojša Slijepčević
Tijdens de Joegoslavische oorlogen wordt in Zagreb een Servisch tienermeisje vermoord. Een kwarteeuw later kiest een Kroatische theaterregisseur ervoor een toneelstuk over deze etnische moord te maken. De repetities maken bijzonder veel los bij iedereen die meewerkt en in het bijzonder bij de twaalfjarige Nina: zij vertelt dat ze in huilen uitbarstte toen ze ontdekte dat ze niet van Kroatische, maar Servische afkomst is (een “srbenka”). De wreedheden van de Joegoslavische oorlogen vonden al meer dan twintig jaar geleden plaats, maar blijven het leven mee bepalen, zelfs dat van jonge kinderen die zelf niets met de wrede oorlogen te maken hadden en hebben. Ze worden zich al heel vroeg bewust van hun etniciteit en proberen hun afkomst te verbergen. Deze confronterende documentaire won de prijs voor Beste documentaire op de filmfestivals van Sarajevo (2017) en Cannes (2018) .
Bulgarije, 2000 & 2011 – Adela Peeva
Born from the Ashes (2000) en I Dream of Mummers (2011) zijn twee documentaires van de prominente Bulgaarse regisseur Adela Peeva. In heel Europa geniet ze bekendheid om haar bekroonde documentaire Whose Is This Song? (Чия е тази песен?, 2003).
Born from the Ashes is een documentaire film over één welbepaalde Romagemeenschap die in de dorpen in de buurt van het Bulgaarse bergstadje Tvurditsa wonen. De documentaire zoomt in op de moeilijkheden die de mensen in deze gemeenschap moeten overwinnen en de offers die ze brengen terwijl ze enerzijds proberen hun identiteit te behouden en anderzijds pogen zich te schikken naar de voorwaarden van de huidige maatschappij. In Bulgarije leven er 800.000 Roma, of 10 procent de totale bevolking van het land. In hun gesloten gemeenschappen, vaak zelfs getto’s, leven zij vaak in armoede, met een hoge graad van kindersterfte en alcoholisme. Het aantal Roma in de Bulgaarse gevangenissen ligt bijzonder hoog. De film werd bekroond op het Italiaanse Trento Film Festival.
I Dream of Mummers is een documentaire over vriendschap en tradities. Detsjo en oom Ivan, twee oude mannen, wonen in het kleine dorpje Soesjitsa in het zuiden van Bulgarije. Ze zijn al zo lang als ze zich kunnen herinneren vrienden en verkleden zich al meer dan 50 jaar lang in de late zomer als ‘koekeri’ om deel te nemen aan de traditionele ‘koekeri’-dans op het dorpsplein. In het dorp van Detsjo en oom Ivan heeft deze Bulgaarse traditie haar authenticiteit bijna volledig behouden en is ze nog steeds te zien zoals ze eeuwen geleden al werd uitgevoerd. De documentaire heeft veel internationale prijzen gewonnen, waaronder de Audience Film Prize op het Twelfth Royal Anthropological Institute International Festival of Ethnographic Film (Londen, 2011) en de Award for Best Film on Intangible Heritage op het Twintigste internationaal festival van de etnologische film (Belgrado, 2011).
Elitza Stanoeva (Bulgarian Academy of Sciences)
Abstract
In societies undergoing profound transformations, the architectural heritage of the recent denounced past is often stigmatized as a cultural product and therefore symbol of the ousted regime and is accordingly subjected to demolition. I will discuss how the fate of such heritage – monuments, signature buildings and other sites – was debated, contested and reevaluated by architects who felt excluded from the decision-making process on what in their mind were problems pertaining to their own expertise. Thus, architects spearheaded the heritage debate driven by what I define as ‘politics of professionalization’ – that is, a pursuit for expert agency and public recognition. The research I will present focuses on Bulgaria in three periods of political transformation: nation-state building after 1878, state socialism after World War II and liberal democracy after 1989. I will discuss how architects’ reassessment of the heritage of the immediate past ran parallel to the evolution of their corporate organizations and interests, and was respectively linked not only to other problems of urban planning but also to issues of professional identity.
Biografie
Elitza Stanoeva holds a PhD in History (TU Berlin, 2013). As a postdoctoral researcher she has held fellowships in Germany, Austria and Bulgaria. Recently, she was at the European University Institute in Florence as a Research Associate in the ERC project PanEur1970s (October 2016 – September 2020) and at the Center for Advanced Study in Sofia as a Visiting Fellow (October 2020 – July 2021). She is author of the book Sofia: Ideology, Urban Planning and Life under Socialism (in Bulgarian). Her latest publications include: “Balancing between Socialist Internationalism and Economic Internationalization: Bulgaria’s Economic Contacts with the EEC”, in Romano and Romero (eds.), European Socialist Regimes’ Fateful Engagement with the West: National Strategies in the long 1970s (London: Routledge, 2021); “Squeezed between External Trade Barriers and Internal Economic Problems: Bulgaria’s Trade with Denmark in the 1970s” (European Review of History: Revue européenne d’histoire 27:3/2020); “Exporting Holidays: Bulgarian International Tourism and the Scandinavian Market in the 1960s and 1970s” in Pedersen and Noack (eds.), Tourism and Travel during the Cold War: Negotiating Tourist Experiences across the Iron Curtain (London: Routledge, 2020). Her ongoing research is focused on urban history and memory politics in socialism and post-socialism; détente and East-West economic cooperation; Cold War tourism.