Dubbele lezing 5: Het cultuurbeleid van hedendaags Rusland: Poesjkin lezen, Poetin steunen

Oshank Hashemi (Universiteit Gent)

Sinds het begin van de derde presidentstermijn van Vladimir Poetin in 2012 ondergaat Rusland in politiek en cultureel opzicht een paradigmaverschuiving: het het land heeft zich steeds verder verwijderd van de westerse democratische waarden, terwijl de hervormingen van president Boris Jeltsin als anti-Russisch en corrupt worden bestempeld. Het Rusland van Poetin wordt met de jaren autoritairder en de oppositie wordt vervolgd. Andersdenkenden kunnen niet meer ongehinderd kritiek uiten op het zittende regime.

Naast de toenemende staatsinmenging in de media en de economie, voert het Kremlin sinds 2012 ook een actief cultuurbeleid. Zo heeft het ministerie van Cultuur een canon van honderd films en boeken opgesteld die iedere Rus moet hebben gezien of gelezen. Culturele instellingen komen nu in aanmerking voor subsidies – in tegenstelling tot wat tijdens het Jeltsintijdperk gebruikelijk was. Het land heeft ook allerlei initiatieven genomen om bijvoorbeeld ‘ontlezing’ tegen te gaan, en heeft een standaard literatuur- en geschiedenisboek voor middelbare scholen geïntroduceerd. Deze  institutionalisering van cultuur gaat steeds verder. Het Kremlin geeft filmmakers de opdracht om in hun films patriottisme en de liefde voor Rusland te tonen. Theatermakers wordt verboden bepaalde voorstellingen te maken, omdat ze tegen de traditionele Russische waarden ingaan. Op middelbare scholen wordt zelfs het vak ‘Russisch patriottisme’ onderwezen. Het cultuurbeleid dat in 2014 is aangenomen, benadrukt sterk het belang van de Russische identiteit in spirituele, culturele en nationale zin, en roept op tot serieus herstel van de Russische culturele code, met duidelijke verwijzingen naar de Russisch-orthodoxe kerk en de Russische geschiedenis en traditie.

Tijdens deze lezing zal ik dieper ingaan op het huidige cultuurbeleid van Rusland en bespreken welke implicaties dit beleid heeft voor het literatuuronderwijs in het algemeen en de leescultuur in het bijzonder. Vervolgens zal ik bespreken welke gevolgen dit beleid voor de gewone Rus heeft, waarbij niet door de bevolking zelf, maar door de machtige conservatieve elite wordt bepaald welke vormen van cultuur de bevolking moet appreciëren en welke boeken en films zij moet lezen en kijken. Ten slotte zal ik een antwoord formuleren op twee fundamentele vragen die het Russische cultuurbeleid tracht te beantwoorden: “Wie zijn wij?” (“Kto my?”) en “Wie willen we worden?” (“Kem my khotim byt’?”).