Ostře sledované vlaky | Closely watched trains – Tsjechoslowakije (Jiří Menzel, 1968)

In 1968 won de amper dertigjarige Tsjech Jiří Menzel voor zijn Zwaarbewaakte treinen de Oscar voor beste buitenlandse film. Voor die anderhalf uur durende prent uit de Tsjecho-Slowaakse nouvelle vague, bij ons ook bekend als Hou de trein in het oog, baseerde Menzel zich al voor de tweede keer, en zeker niet voor het laatst, op het groteske literaire werk van zijn landgenoot Bohumil Hrabal. In Zwaarbewaakte treinen – naar Hrabals gelijknamige novelle uit 1965 – volgen we het wel en wee op een landelijk spoorwegstationnetje, waar de verveling geen kans krijgt door de aan gang zijnde Tweede Wereldoorlog. De doorgaande treinen, zwaarbewaakt of niet, hebben altijd wel iets te maken met de bikkelharde strijd van de nazi’s ergens ver weg buiten beeld. Maar dat is niet de eerste zorg van de diverse personages: een op promotie beluste stationschef die zich vooral bezighoudt met zijn duiven, een viriele treindienstleider die de derrière van een telegrafiste met stationsstempels opsmukt én bovenal de jonge protagonist Miloš Hrma, die aan voortijdige ejaculatie lijdt en vertwijfeld op zoek gaat naar een manier om zich van zijn mannelijkheid te overtuigen. Naarmate de film vordert, wordt Miloš zelfs mannelijker dan hij ooit had durven dromen. Hoewel de finale in wezen dieptragisch is, voert de Hrabaliaanse lichtheid toch de boventoon.