Toen ik in 2008 speelde met het idee om met de opleiding Oost-Europese Talen & Culturen te beginnen, raadden een aantal mensen in mijn omgeving dit af. De opleiding zou immers niet nuttig zijn en zou mij geen goede kans op de arbeidsmarkt bieden. Ik koos toch voor de opleiding die mij de interessantste leek en ondertussen heb ik aan de zwartkijkers van toen bewezen dat ze ongelijk hadden.
Omdat ik tijdens mijn studies niet op uitwisseling ben gegaan, koos ik ervoor om ná mijn master voor een jaar naar Ljubljana te trekken. Mijn verblijf daar heeft mijn verwachtingen overtroffen. Toen ik aankwam in Ljubljana, kon ik Sloveens vlot begrijpen en kon ik het ook vrij goed spreken, maar toen ik er een jaar later vertrok, hadden de taal en cultuur maar weinig geheimen meer voor me. Tijdens mijn verblijf in Slovenië ben ik via enkele vrijblijvende opdrachten de vertaalwereld ingerold.
Eenmaal terug in België ging ik niet onmiddellijk als vertaler aan de slag, maar ik solliciteerde wel al via EPSO (nvdr. het selectiebureau van de Europese instellingen) voor de job van vertaler Sloveens-Nederlands. Ik dacht niet dat ik veel kans zou maken als jonge vertaler. Ook duren de sollicitatieprocedures bij dergelijke instellingen vrij lang. Daarom volgde ik eerst nog de Master Meertalige Bedrijfscommunicatie (MTB) om mijn economische kennis op te krikken. Na een ingangsproef Engels en Frans kon ik eraan beginnen. In het (propvolle) programma werden economie, marketing, recht en boekhouden gecombineerd met meer taalgerichte vakken. In juli van dat jaar, tijdens het afronden van de studie MTB, kreeg ik bericht dat ik op de officiële kandidatenlijst stond voor de job van vertaler bij Europese instellingen. In oktober mocht ik dan op gesprek bij de Europese Commissie in Luxemburg. Daar was niet alleen mijn talenkennis, maar ook mijn brede achtergrondkennis gewild. Niet veel later verhuisde ik naar Luxemburg en startte ik met mijn eerste job.
Als vertaler kwam ik minder met Sloveens in contact dan ik gehoopt had en toen in het voorjaar van 2016 werd aangekondigd dat vertalers zouden kunnen overstappen naar andere diensten waar een tekort aan werkkrachten was, stelde ik mij kandidaat. Ik wou immers toch liever een job waarin ik mijn kennis over Oost-Europa meer zou kunnen gebruiken. Zo ben ik terecht gekomen bij het Directoraat-Generaal Migratie en Binnenlandse Zaken van de Europese Commissie. Hier ligt de focus op migratie (legaal en illegaal, mobiliteit,…) en veiligheid (politiesamenwerking, corruptie, terrorisme,…). Ik werk nu op de afdeling Internationale Coördinatie binnen het team voor Oost-Europa en de post-Sovjetruimte. Ik ben aan de slag als contactpunt en coördinator voor Moldavië, Azerbeidzjan en de Centraal-Aziatische landen. Ik vertegenwoordig de dienst naar buiten toe, bv. bij onderhandelingen. Daarnaast pleeg ik ook overleg met andere thematische eenheden en EU-diensten die bij bepaalde zaken betrokken worden. Ik volg alle ontwikkelingen op en bewaar het overzicht over wat we met de partnerlanden doen.
In mijn huidige job ben ik dus veel meer bezig met mijn kennis van Oost-Europa die ik in de opleiding OETC heb opgedaan en ook met de communicatie die ik bij MTB heb geleerd. Ik had nooit verwacht dat ik in een dergelijke job zou terecht komen, maar als je kiest voor wat je interesseert en als je daar ook helemaal voor gaat, dan kom je op je pootjes terecht. Mijn raad voor studenten is dan ook: kies een opleiding die bij je interesses aansluit (of dit nu je eerste of je tweede opleiding is). Niets is zo frustrerend als iets tegen je zin te doen.